Boven aangekomen ging zijn hart sneller kloppen. Het uitzicht was adembenemend. Harry wankelde en greep het hek van het plateau vast. Hij keek in een duizelingwekkende diepte en zijn hoofd tolde. Hij moest niet langer kijken. Hij hief zijn hoofd op, zette zijn benen uiteen, leunde met zijn linker tegen het hek, verstevigde met beide handen de greep om zijn kijkglas en tuurde in de richting van het meer. Hij probeerde de diepte te negeren door zijn aandacht op de eenden te richten.
De brilduikers stegen en daalden vrijwel verticaal om de bomen rond het kleine meer te ontwijken. Hun vleugels floten. De mannetjes maakten rochelende geluiden, de vrouwtjes een snel en scherp kah-kah-kah. Harry had er één in zijn kijker en volgde het in haar vlucht.
Plotseling was zijn gezichtsveld gevuld met glinsterende krullen. Het was de dos van de vrouw die zich als laatste bij de groep had gevoegd. Harry stelde scherp en werd door haar aanblik nog meer in verrukking gebracht dan door welke brilduiker ook. De feeërieke verschijning draaide haar hoofd en Harry verdronk in twee bruine ogen. Iets mooiers had hij nooit eerder gevangen in zijn kijker en er trok een aangename sensatie van zijn nek naar zijn kuiten.
Ineens besefte hij dat hij ongegeneerd een ander stond te begluren en hij draaide met een ruk zijn hoofd met kijker weer richting de brilduikers. Beschaamd probeerde hij nu de schoonheid te negeren en zich opnieuw te concentreren op de eenden. Plotseling klonk het naast hem:
‘Hallo.’
Harry schrok en liet de verrekijker uit zijn handen vallen. Hij had het koord niet om zijn hals, zodat het apparaat loodrecht naar beneden viel en tussen de meidoorns uit het zicht verdween. Takkengekraak en daarna een plof.
Harry had eerst vol ontzetting zijn dure kijker gevolgd en keek nu naast hem. Hij was alleen maar in staat tot het stamelen van excuses. Haar ogen brachten hem nog verder in verwarring. Hij draaide zich vlug om en liep haastig naar de trap. Hij wilde vluchten.
Bovenaan de trap stond de gids te grijnzen. Hij nodigde Harry met een armzwaai zwijgend uit naar beneden te gaan. Harry keek omlaag. Een siddering verslapte zijn benen en hij moest de leuning grijpen om niet te vallen.
Hij was verre van opgelucht toen hij weer beneden was. Hij was een schaamteloos voyeur geweest, die zich nu geneerde voor zijn gedrag. Hij kon zich niet meer vertonen in de groep en zeker niet ten overstaan van de betoverende brunette. Hij had gehoopt haar te ontmoeten. Maar nu ze zo dichtbij was gekomen, faalde hij.
Hij zocht even tussen de struiken naar zijn kijker, het lichtgewicht ter waarde van een maandsalaris, maar liet al snel de moed zakken. Straks zou de groep naar beneden komen en dan wilde hij er niet meer zijn. Hijgend kwam hij bij het pannenkoekenhuis. Hij besloot nooit meer met een groep mee te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten